SDW Gedragsregels voor Trainers, Coaches en Begeleiders

1. Plezier staat voorop!
   (Jeugd)spelers komen in de eerste plaats voor het voetbalplezier. Heb hier oog voor.  Presteren kan en mag daar onderdeel van zijn, maar het is geen voorwaarde. We zijn een voetbalclub en ons lange termijndoel is om vriendengroepen te creëren door voetbal, zodat iedereen met plezier naar SDW blijven komen. Denk bijvoorbeeld aan: het stimuleren van vrienden maken, successen vieren, beginnen of eindigen van de training met een spel en regelmatig even de tijd nemen om het groepsgevoel te versterken.
2. Iedereen is even belangrijk, ongeacht je niveau. Ieder team is even belangrijk, of je nu in het eerste, het vierde of het zesde team speelt. Bij de jeugd krijgt iedereen evenveel speeltijd en we wisselen niet vanwege fouten of 'slechte prestaties'. Ook zijn er geen standaard 'basisspelers' en spelers die als wissel beginnen.  Als je eenmaal in een team zit, dan is iedereen gelijk. En zit je daar ook voor het hele seizoen, tussentijds wisselen op basis van betere of mindere prestaties doen we niet.
3. Ontwikkelen is belangrijker dan presteren en winnen
   Realiseer je dat kinderen komen om te leren voetballen en jij bent degene die ze dat gaat leren. Gun spelers de tijd om vaardigheden te leren. 
4. Coach positief en schreeuw niet langs de lijn!
   Technisch coachen doe je zoveel mogelijk tijdens de training, de rust en voor of na een wedstrijd. Aanwijzingen tijdens de wedstrijd zijn bewezen ineffectief. Geen negatieve kritiek op spelers en gebruik de 1 op 3 regel: voor iedere aanwijzing 3 complimenten.
5. Verdeel je aandacht
   Jeugdspelers kijken tegen je op. Zorg dat ze allemaal evenveel aandacht krijgen. Heb oog voor pesten of buitensluiten en ga dit actief tegen.
6. Leerniveau
   Zorg dat je weet wat je van spelers mag verwachten van de leeftijd die jij traint/coacht. (Te) complexe opdrachten zorgen voor onzekere jeugdspelers en frustratie bij jou als trainer.
7. Communicatie
   Zorg dat je als trainer en coach goed communiceert over waar er op getraind is en spreek af welke termen jullie gebruiken, zodat de spelers weten waar ze aan toe zijn. En: voorkom dat er meerdere coaches tegelijk aanwijzingen geven bij training of wedstrijd.
8. 4 ogen
   Zorg dat je NOOIT alleen bent met een (jeugd) speler. Niet op de club en ook niet ergens anders.
9. Zorg goed voor materiaal en respecteer elkaar
   Neem verantwoordelijkheid voor de materialen van de club. Zowel de materialen voor jouw team (ballen, hesjes, pilonnen etc), als de gemeenschappelijke (doelen, netten, etc). Hou je aan het trainingsrooster en ga respectvol om met alle andere trainers en coaches.
10. Samen zorgen we voor een veilige club
    Spreek elkaar aan als iemand moeite heeft zich aan de regels te houden. Opbouwend en één-op-één. Zorg ook dat ouders weten wat de regels zijn (niet roepen of schreeuwen, er is maar 1 coach en dat ben jij!).